De drie grote Amerikaanse kredietbeoordelaars Moody’s, Standard & Poor’s en Fitch, die een belangrijke rol speelden bij het ontstaan van de financiële crisis in 2008, zijn machtiger dan ooit.

Ondanks de dubieuze rol van de kredietbeoordelaars bij de financiële crisis van 2008 vertrouwen beleggers nog altijd in hoge mate op de beoordeling van de ratingbureaus bij de beslissing welke obligatieleningen ze moeten kopen.

Standard & Poor’s, Moody’s en Fitch kregen na het uitbarsten van de kredietcrisis veel kritiek, omdat ze in de jaren voorafgaand aan het barsten van de Amerikaanse huizenmarktbubbel de verkoop van de herverpakte rommelhypotheken stimuleerden, door deze producten te voorzien van een hoog kwaliteitsstempel.

Acht jaar na het klappen van de subprime-zeepbel zijn de grote drie onder de kredietbeoordelaars nog altijd goed voor meer dan 95 procent van de wereldwijde obligatieratings. Dat is vrijwel onveranderd ten opzichte van de periode vóór 2008, zo meldt zakenkrant The Wall Street Journal.

Ongeschonden uit crisis

Hoewel de Amerikaanse wetgevers en toezichthouders herhaaldelijk hebben opgeroepen tot een wijziging van het verdienmodel van de ratingbureaus, is er weinig veranderd.

De kredietbeoordelaars worden nog altijd betaald door banken en schulduitgevers voor de beoordeling van hun schuldpapieren, ondanks het potentiële risico van belangenverstrengeling. Door de huidige golf aan schuldverkopen en het aanboren van nieuwe markten lopen de winsten van de 'grote drie' ook weer op richting recordniveaus.

Dat de ratingbureaus vrijwel ongeschonden uit de financiële crisis zijn gekomen bleek deze week ook uit het feit dat Moody's een schikking heeft getroffen met een pensioenfonds uit Californië van 130 miljoen dollar.

Het totaal aan boetes en schikkingen voor de grote kredietbeoordelaars komt daarmee uit op 1,9 miljard dollar. Dat is een fractie van het bedrag dat de Amerikaanse banken moesten ophoesten voor de misstanden die hebben geleid tot de financiële crisis, aldus de WSJ.

Nieuw toezicht

De kredietbeoordelaars verweren zich door te stellen dat ze zorgen over de belangenverstrengeling hebben aangepakt met de oprichting van speciale afdelingen. Die moeten ervoor waken dat zakelijke belangen geen invloed hebben op de beoordeling van een obligatielening.

Ook staan de ratingbureaus onder toezicht van een nieuw opgerichte divisie van de Amerikaanse toezichthouder, de Securities and Exchange Commission (SEC). Daarnaast zijn de 'grote drie' minder afhankelijk geworden van inkomsten uit kredietbeoordelingen door het uitbreiden van hun activiteiten naar de verzameling van bredere financiële gegevens.

De inkomsten uit de beoordeling van obligatieleningen met een hypotheekdekking, die de brandstof vormden voor de financiële crisis, maken tegenwoordig een veel kleiner deel uit van de totale omzet van de kredietbureaus. In de jaren voorafgaand aan de crisis waren deze inkomsten goed voor bijna de helft van de omzet van de ratingbureaus. Nu is dat nog zo'n 10 procent.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl